Naar hoofdinhoud Naar footer

Senioren in lage sociaaleconomische positie bewegen minder

Gepubliceerd op: 13-03-2025

In welke mate verschilt het sport- en beweeggedrag van senioren in een lage sociaaleconomische positie (SEP) met dat van senioren in een hoge SEP? Om dat goed in beeld te krijgen, heeft het Kenniscentrum Sport & Bewegen samen met het RIVM de infographic Sport- en beweeggedrag van senioren naar sociaaleconomische positie ontwikkeld.

Lage en hoge SEP

Mitchell Tollenaar, specialist Senioren: “Er is een groot verschil in beweeggedrag tussen senioren in een lage SEP en die in een hoge SEP. Van die eerste groep voldoet circa 24 procent aan de beweegrichtlijnen, terwijl dit percentage bij die in een hoge SEP circa 57 procent is. Bij de factor ‘wekelijks sporten’ zijn de percentages zelfs 20 procent om ruim 60 procent.”

“8,3 procent van de senioren (65 jaar en ouder) bevindt zich in een lage SEP. Zij ervaren vaker beperkingen om te gaan sporten, bijvoorbeeld door de kosten, door chronische aandoening(en) of door gebrek aan sociaal contact bij de sport. Eind januari publiceerden we een soortgelijke infographic over volwassenen. Ook deze toont het beeld dat mensen in een lage SEP veel minder bewegen dan mensen in een hoge SEP. Beide factsheets laten beleidsmakers en uitvoerders zien dat er nog een groot verschil is in deelname aan sport en bewegen tussen inwoners. Dit is geen nieuw inzicht, maar wel weer een teken om hier actie op te ondernemen.”

Tot die lage SEP-groep in deze infographic scharen we mensen met een praktische opleiding en een laag inkomen. Als praktische opleidingen beschouwen we basisonderwijs, vmbo en mbo. Een laag inkomen: de laagste twintig procent van alle huishoudinkomens. Tot de hoge SEP-groep behoren mensen met een theoretische opleiding (hbo en wo) en een huishoudinkomen behorend tot de hoogste twintig procent.

Deel deze pagina via:

Soort

Infographic

Prijs

Gratis