Naar hoofdinhoud Naar footer

8 knelpunten bij overgang van thuis naar het verpleeghuis

Publicatiedatum

01-10-2019

Samenvatting

In het rapport 'Knelpunten bij overgang van thuis naar het verpleeghuis' staan acht veelvoorkomende uitdagingen op een rij.

In de praktijk blijkt dat de overgang van thuiswonende ouderen naar het verpleeghuis niet altijd soepel verloopt. Het rapport 'Van thuis naar het verpleeghuis' laat de uitdagingen zien van deze overgang. Het rapport benoemt hierbij 8 problemen en mogelijke oplossingen.

Het rapport is gemaakt op basis van een onderzoek dat is uitgevoerd door Vilans. Dit onderzoek is gedaan in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Je vindt het rapport onderaan deze pagina bij Downloads. 

Hugo de Jonge (oud-minister van VWS) zei het volgende over dit onderzoek: ‘Signalen dat de overgang van thuis naar het verpleeghuis lang niet altijd gemakkelijk verloopt, waren voor mij aanleiding om een verdiepend onderzoek te laten uitvoeren. Nu de knelpuntenanalyse gereed is, wil ik samen met partijen, waaronder ActiZ en V&VN, vervolgacties bepalen en verder aan de slag gaan.’  

Lees de brief van minister De Jonge. 

Problemen zijn met elkaar verbonden  

Vilans-onderzoeker Ludo Glimmerveen geeft aan dat uit het onderzoek blijkt dat de problemen met elkaar verbonden zijn. Hij geeft als voorbeeld dat de eigen bijdrage ertoe kan leiden dat iemand later dan nodig een indicatie krijgt voor een verpleeghuis. 

Deze verlate indicatiestelling zorgt voor meer spoedopnames en overbelasting van mantelzorgers. Hierdoor neemt de druk op de zorg toe en zo ontstaan er wachtlijsten. Deze wachtlijsten kunnen vervolgens weer leiden tot spoedopnames. 

8 problemen en oplossingen 

Uit het onderzoek kwamen 8 problemen naar voren waardoor de overgang van thuis naar het verpleeghuis niet altijd goed verloopt. Hieronder worden de 8 problemen uitgebreid besproken en er worden mogelijke oplossingen gegeven.

1. Eigen bijdrage en zorgval  

Cliënten betalen geen aanvullende eigen bijdrage voor zorg die zij thuis krijgen vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze bijdrage moeten ze wel betalen binnen de Wet langdurige zorg (Wlz).  

Vanaf het moment dat zij een Wlz-indicatie ontvangen, betalen cliënten een eigen bijdrage. Deze eigen bijdragen betalen ze ook terwijl zij nog op de wachtlijst staan voor een verpleeghuis. Bovendien ontvangen sommigen in deze wachtperiode minder zorg vanuit de Wlz dan ze daarvoor kregen vanuit de Zvw en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze periode waarin ze minder zorg krijgen wordt ook wel de zorgval genoemd.  

Welke oplossing?  

Als oplossing moeten er extra mogelijkheden in overbruggingszorg komen. Ook kan de regeling Extra kosten thuis verruimd worden.  

2. Indicatiestelling  

Zorgprofessionals die te maken hebben met thuiswonende cliënten weten niet altijd wanneer mensen voor een indicatie in aanmerking komen. Ook weten ze niet altijd welke rol zij kunnen spelen als verwijzer.  

Het proces om een indicatie te krijgen, is vaak traag en vol procedures die gevolgd moeten worden. Dit proces maakt de overgang naar een verpleeghuis extra zwaar voor cliënten en hun naasten. 

Welke oplossing?  

Door een nieuwe werkwijze zal het CIZ in de loop van 2020 95% van de digitale aanvragen van zorgaanbieders binnen 7 werkdagen afhandelen.  

3. Cliëntondersteuning  

Tijdens de verhuizing van thuis naar het verpleeghuis krijgen cliënten en hun naasten verspreid over verschillende momenten informatie. Vaak is deze informatie niet compleet. Daarnaast kennen zorgprofessionals en zorgorganisaties de regelingen vaak niet. Of zij verwijzen de cliënt niet of niet goed door naar cliëntondersteuning.  

Wilt een cliënt bijvoorbeeld een aanvraag doen voor de Wet langdurige zorg (Wlz)? Dan krijgt een cliënt geen hulp van een cliëntondersteuner die veel van de Wlz weet. Ook krijgt de cliënt geen hulp bij de keuze voor een verpleeghuis. Deze cliëntondersteuner komt pas beschikbaar als de cliënt de Wlz-indicatie al heeft.  

Welke oplossing?  

Er zijn verschillende maatregelen aangekondigd om de onafhankelijke cliëntondersteuning te verbeteren.  

4. Betrokkenheid sociaal netwerk  

Tijdens het opnameproces van een cliënt in een verpleeghuis ervaren naasten vaak te weinig ondersteuning. Dit kan zorgen voor een gevoel van (over)belasting en verlies van regie. Dit gevoel kan blijven als een cliënt verhuisd is naar het verpleeghuis. Het gebeurt namelijk dat zorgmedewerkers de naasten niet genoeg betrekken bij de zorg en ondersteuning. 

Ondertussen geven medewerkers aan dat naasten zelf soms minder betrokken zijn. Dit komt vanuit het gevoel dat ze de zorg uitbesteed hebben aan het verpleeghuis. 

Welke oplossing? 

Een oplossing voor dit probleem is om de communicatie te verbeteren tussen zorgmedewerkers en naasten. Tips hiervoor staan in de publicatie ‘Communiceren met familie over het verhuizen naar en het verblijven in het verpleeghuis’.  

5. Informatie-uitwisseling  

Bij de overgang van thuis naar het verpleeghuis moeten zorgprofessionals werken met verschillende digitale systemen. Er wordt hierbij geen gebruik gemaakt van een ketendossier. Dit maakt een volledige en snelle uitwisseling van de juiste informatie lastig. 

Welke oplossing?  

Het ministerie van VWS gaat voor de hele zorgsector investeren in programma’s die het uitwisselen van informatie versnellen. Een voorbeeld hiervan is het programma InZicht. Dit programma heeft als doel om het digitaal uitwisselen van gegevens veilig en duidelijk te maken. Zo kunnen zorgprofessionals, cliënten en mantelzorgers makkelijk en veilig informatie uitwisselen. 

6. (Overzicht van) beschikbare plekken 

Vaak is er geen overzicht van de beschikbare plekken in verzorgingshuizen per regio. Ook klopt vaak de informatie over wachttijden niet. Dit komt dan doordat er spoedopnames tussenkomen.  

De landelijke wachttijd voor een opname in een verpleeghuis is 6 weken. Maar er wordt regelmatig over deze wachttijd heen gegaan. Voor echtparen die samen naar een verzorgingshuis willen lijkt dit probleem nog groter. 

Welke oplossing?  

Er is een landelijk netwerk opgezet van coördinatiepunten per regio voor het eerstelijnsverblijf (ELV). Eerstelijnsverblijf is het verblijf voor geneeskundige zorg die onder de verantwoordelijkheid valt van een huisarts, een specialist ouderengeneeskunde of een arts verstandelijk gehandicapten. Veel coördinatiepunten richten zich inmiddels naast het ELV ook op andere vormen van vervolgzorg.  

7. Spoedsituaties  

De hiervoor genoemde problemen dragen eraan bij dat ouderen en hun naasten de overgang naar het verpleeghuis uitstellen. Het uitstellen zorgt voor meer spoedsituaties bij thuiswonende cliënten. Deze spoedsituaties hadden zonder uitstel misschien voorkomen kunnen worden. Daarnaast worden de problemen nog groter binnen spoedsituaties.  

Welke oplossing?  

Het praktijkteam ‘Zorg op de juiste plek’ regelt ondersteuning voor zorgprofessionals en organisaties. Het praktijkteam ondersteunt bij problemen bij de overdracht van kwetsbare mensen tussen verschillende zorgvormen en verblijfsvormen.  

De handreiking ‘Regionale samenwerkingsafspraken Huisartsenposten + acute ouderenzorg’ helpt regionale aanbieders ook om acute zorg voor ouderen beter te regelen. Deze handreiking is ontwikkeld door InEen en ActiZ. Je vindt de handreiking onderaan de pagina bij Downloads. 

8. Financieringsschotten  

Het geld dat beschikbaar is, is verdeeld over verschillende domeinen en aanbieders. Door alle verschillende aanbieders is het voor ouderen en hun naasten niet altijd duidelijk waar ze terecht kunnen met hun zorgvragen.  

Ook hebben professionals te weinig aansluiting bij andere zorgdomeinen. Ze hebben er bijvoorbeeld niet genoeg ervaring mee of weten er te weinig van.  

Welke oplossing?  

Het ministerie van VWS steunt een aantal experimenten op regionaal niveau. Hierin werken gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars samen om zorg en ondersteuning over de grenzen van financieringsdomeinen heen in te richten. Een voorbeeld hiervan is de pilot Community Care Dongen.  

Daarnaast krijgen eerdere experimenten met het integraal persoonsgebonden budget een vervolg. Bij het integraal persoonsgebonden budget ligt het budget en de verantwoordelijkheid bij één persoon. 

Meer informatie  

Downloads

Deel deze pagina via:

Soort

Onderzoek

Taal

Nederlands

Organisatie / Uitgever

Vilans