‘Ouderen zijn actief en onmisbaar in hoe we samenleven’
Gepubliceerd op: 17-07-2025
Op 11 juni 2025 vond de 10e editie plaats van het congres 'Een nieuwe generatie ouderen'. BeterOud-partner Stichting Educatie Zorg & Welzijn (SEZW) organiseert dit congres, helemaal vanuit de gedachte ouderen te moeten betrekken bij onderwerpen die hen aangaan. Programmadirecteur Tabitha Lamers-Eijkman legt uit waarom. Daarnaast is er aandacht voor de interactieve workshop van Movisie over ouderenparticipatie tijdens dat congres, met een mooi stellingenspel.
Tabitha Lamers-Eijkman licht de doelstellingen van het congres toe: ‘We willen wetenschap en praktijk aan elkaar verbinden, en andersom. De wetenschap krijgt hier toegang tot de praktijk, en de praktijk kan vragen om onderbouwing of praktische vertaling van inzichten. Het congres staat bovendien in het teken van positieve beeldvorming. Ouderen worden vaak gezien als een kostenpost of probleem. Terwijl ze ontzettend veel te bieden hebben. We willen met elkaar laten zien wat er mogelijk is als we hun kennis, kunde en levenservaring echt inzetten.’
Samen met ouderen
Dat brengt de organisatie ook in praktijk. Lamers-Eijkman: ‘We organiseren dit echt samen met ouderen en praten niet óver hen, maar mét hen.’ Daarmee is het congres uniek: ouderen zijn vanaf het begin betrokken bij het bedenken van het programma. ‘Dat zorgt voor inhoud die werkelijk aansluit op hun leefwereld en behoeften. Het gaat altijd over langer thuis wonen en wat dit betekent: ook als iemand tijdelijk thuis of even niet thuis woont en hoe we dit samen in de wijk doen. Het gaat dus ook over hoe we samenleven.’
Ouderen goed benutten
Laten zien dat ouderen actief en onmisbaar zijn in onze samenleving, is ook de insteek van de interactieve workshop van Movisie tijdens het middagprogramma van het congres. Samen met ouderen uit de Raad van Ouderen en Samen voor Ouderen met een Migratie-achtergrond in Nederland (SOMNL), medepartners van het consortium BeterOud, gaat Movisie in gesprek met het publiek aan de hand van drie stellingen. Het doel: deelnemers laten nadenken of zij de kennis en ervaring van ouderen goed benutten.
Vele vormen
De workshop begint met een inleiding door Madelief Timmers van Movisie. Ouderenparticipatie kent vele vormen, legt ze uit. Van breed: alle vormen van meedoen, betaald en onbetaald werk, kunnen deelnemen aan sport, cultuur en in de wijk, tot smal: betaald en onbetaald werk, inclusief mantelzorg. Dat ouderen op die manier volop aanwezig zijn, illustreert ze met een aantal cijfers:
- 1 op de 10 ouderen werkt nog na de AOW-leeftijd.
- 48% van de 65- tot 75-jarigen doet vrijwilligerswerk.
- 40% biedt informele hulp aan anderen.
(Bron: CBS 2023)
Daarnaast zijn er nog allerlei andere, meer gerichte vormen, van participatie te benoemen. Belangrijk is beleidsparticipatie. Die vorm gaat over gelijkwaardige samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid tussen ouderen, organisaties en overheden bij het ontwerpen, implementeren en evalueren van beleid. Het doel hiervan, zo stelt Madelief: ‘Beleid dat beter aansluit bij de praktijk én bij wat ouderen zelf belangrijk vinden.’
Participatieladder
Met de participatieladder geeft ze aan welke vormen je kunt hebben in het betrekken van ouderen. Van informeren, wat neerkomt op alleen zenden, via het in de praktijk veelgebruikte raadplegen tot echt samenwerken in co-creatie en coproductie.
Ouderen zijn hartstikke actief en onmisbaar is haar conclusie. ‘Ze hebben een groot aandeel in de samenleving en dat wordt alleen maar groter. Dat maakt het essentieel om goed te luisteren naar wensen en behoeften als het gaat om ontwikkelen van activiteiten, woonvormen, zorg en alle vormen van beleid.’
Stellingen
Dan is het tijd voor het stellingenspel. Hierin wordt met het publiek onderzocht of we de bijdragen van ouderen voldoende benutten. Het publiek krijgt drie stellingen voorgelegd. Met gekleurde kaartjes kunnen deelnemers stemmen (groen voor eens, rood voor oneens). Vervolgens geven twee experts hun visie op de stelling, waarna het publiek opnieuw kan stemmen. Veranderen zij van mening na het pleidooi van de experts?
Stelling 1: Je kunt iedereen bereiken die je wilt bereiken
De eerste stelling zorgt direct voor stevige discussie. Een deel van het publiek stemt direct oneens: ‘Sommige mensen blijven bewust op afstand’, zegt een ouderenadviseur. ‘Of ze worden binnen families afgeschermd van hulpverlening’, vult iemand anders aan. Toch is de meerderheid het eens met de stelling: als je écht moeite doet, is contact meestal wel mogelijk.
Expert Shirley Ramdas (SOMNL) vindt dit ook. Ze benadrukt het belang van strategie en doorzettingsvermogen. ‘Er is geen vast recept om ouderen te bereiken. Het is een zoektocht. Dat betekent aansluiten, luisteren, praten. Je moet je oriënteren, weten waar mensen zijn, sleutelpersonen vinden. In moskeeën, wijkcentra, of op braderieën, óók in het weekend. En spreek de taal én de cultuur van de oudere.’ Ze houdt ook een pleidooi om rekening te houden met autochtone Nederlanders die laaggeletterd zijn. ‘Die worden vaak vergeten. Ook dat zijn kwetsbare groepen, waar je tijd in moet investeren.’
Expert Maria Groenewegen (Raad van Ouderen) heeft de opdracht om het oneens te zijn met de stelling. Ze nuanceert: ‘Soms doen we alles wat mogelijk is, en dan nog bereik je niet iedereen. En dat is ook oké. Je moet ook accepteren dat niet iedereen mee wil doen.’ Na afloop heeft een deelnemer haar mening herzien: ‘Ik ben het toch eens dat als je wat meer door gaat vragen, er meer mogelijk is.’
Stelling 2: De mogelijkheden van ouderen om bij te dragen aan de samenleving worden optimaal benut
Vrijwel niemand is het eens met de tweede stelling. Optimaal, suggereert dat het niet beter kan, en dat is volgens velen niet het geval. Expert Hans Wesselink van de Koepel van Gepensioneerden en de Raad van Ouderen ziet verschil in het niveau van participatie. ‘Als het gaat om iets in hun straat of buurt, doen mensen graag mee. Maar als het over beleid gaat, zien we dat participatie in de praktijk nog weinig gebeurt. Helaas overheerst vaak een afvinkcultuur. Dan dreig je als oudere de excuustruus te worden. Dat moeten we voorkomen. Je moet vechten voor je plek - bijvoorbeeld via cliëntenraden of adviesraden. Neem ook eigen initiatief. Laat je stem horen en wacht niet lijdzaam af tot je ergens voor gevraagd wordt.’
Ook Maria wijst op het belang van zichtbaarheid en herhaling: ‘Laat je als oudere horen, en blijf dat doen. Dan kunnen ze niet om je heen.’ Wel adviseert zij om te kiezen waarbij je betrokken wilt zijn. ‘Kies de dingen die je belangrijk vindt in je dorp, wijk of stad en zorg dat ze je horen.’
Na afloop zijn niet veel mensen van mening veranderd. Een meneer merkt op: ‘Door wie worden de mogelijkheden optimaal benut? De gemeente of overheid of door de oudere zelf?’
Stelling 3: Meedoen aan de samenleving voorkomt digitale uitsluiting
Over de laatste stelling heerst verdeeldheid. Sommigen vinden dat brede participatie inderdaad helpt om digitale vaardigheden bij te houden. Anderen vermoeden dat de volgende generatie al veel digitaler zal zijn.
Hans is het ook eens met de stelling. Hij zegt: ‘Bij de discussie over digitale uitsluiting is het belangrijk te beseffen dat in Nederland zo’n 2,5 miljoen mensen te maken hebben met lage digitale vaardigheden. Dat is misschien een wat grof cijfer, maar het laat wel zien dat het probleem groot is. Digitale vaardigheden zijn een middel om mee te kunnen doen, geen doel op zich. Juist door sociaal actief te blijven - in verenigingen, buurtactiviteiten of het contact met kinderen en kleinkinderen - komen mensen vanzelf in aanraking met digitale middelen zoals websites en apps. Meedoen in de samenleving is daarom een van de beste manieren om digitale uitsluiting te voorkomen.’
Maria is het er niet mee eens. Zij vindt dat meedoen niet automatisch voorkomt dat mensen digitaal worden buitengesloten. ‘Er zijn mensen die volop meedoen, maar geen behoefte hebben aan digitaal contact. Fysiek contact blijft voor velen belangrijker. Wat dat oplevert, krijg je met digitaal contact never nooit.’ Die laatste opmerking kan op applaus uit de zaal rekenen. Een deelnemer concludeert: ‘Voorkomen van uitsluiting kan het niet, maar het maakt wel de kans erop kleiner.’
Els Hofman van Movisie sluit de workshop af met de oproep om dit soort gesprekken ook op de werkvloer en in organisaties te voeren. ‘Het zwart-wit maken met stellingen helpt om gedachten te scherpen en echt het gesprek aan te gaan. Want alleen zo komen we erachter wat ouderen nodig hebben én wat zij ons kunnen bieden.’
Bron
CBS 2023