Afscheid Els Hofman: 'We worden ouder. Nou én?!'
Gepubliceerd op: 30-07-2025
Movisie-adviseur Els Hofman, een van de drijvende krachten achter BeterOud, is pas met pensioen gegaan. Voor haar afscheid organiseerde haar werkgever een mooi inhoudelijk afscheidsprogramma. Rond de voor Els kenmerkende sleutelwoorden vitaliteit, preventie en participatie. Met presentaties van drie projecten onder de paraplu van BeterOud: beleidsparticipatie van ouderen, een tool om het preventielandschap in kaart te brengen en Sociaal Vitaal in Kleur. Tea Keijl maakte er een verslag van, dat eerder verscheen op de website van Movisie.
Els Hofman stond zelf aan de wieg van BeterOud. ‘Sinds 2017 werken we als samenwerkingsverband van professionals, organisaties en ouderen op een positieve manier aan "goed" ouder worden’, zegt ze. ‘Soms denk ik: wat maken we toch een punt van dat ouder worden. Ik ben nu 67, maar ik kan en wil nog van alles. We worden ouder. Nou én?! Maar ik zeg dat ook met een knipoog, want de beeldvorming is heel anders. Het gaat te vaak over het tekort aan zorgpersoneel en dat ouderen te grote huizen bezet houden. Dat beeld klopt niet en daar moeten we dus aan werken.’
Hofman is trots op de drie projecten die deze middag in de schijnwerpers staan: Dagvoorzitter Evert van de Rest bestempelt ze als typerend voor de werkwijze van Hofman tijdens haar hele loopbaan. Of het nou om vrouwenemancipatie, leven met een licht verstandelijke beperking of ouderen ging: ‘Stuk voor stuk maken de projecten maatschappelijke impact, op een creatieve manier en al doende lerend.’
Veel bij te dragen
Hofman zelf benadrukt de lange adem die de consortiumleden vaak nodig hebben. ‘Het mooie is dat we deze projecten met elkaar hebben ontwikkeld. Maar dat ging niet vanzelf, er moest heel wat water door de Rijn.’ Dat is ook de ervaring van projectleider Sjaan Steinmetz, die het project over beleidsparticipatie samen met haar Movisie-collega Madelief Timmers presenteert. Zij koppelt er de wijsheid van alleen ga je sneller, maar samen kom je verder aan. ‘Het besef groeit dat ouderen steeds vitaler worden en dat zij veel bij te dragen hebben, ook aan het lokale beleid.’ Maar gemeenten zijn daar nog onvoldoende klaar voor, is wat we merken. ‘Daarom werken we in dit project aan kennisdeling en tools voor gemeentelijke beleidsmakers. Zodat die op een goede manier aan de slag kunnen met beleidsparticipatie door ouderen.’
Het project sluit onder andere aan op het advies van de Raad van Ouderen getiteld Ouderen aan de beleidstafel. Een nuttig instrument om de mate van beleidsparticipatie te bepalen is de participatieladder zoals Genero die heeft (door)ontwikkeld, vertelt Timmers. ‘Je ziet daarin dat op de onderste trede, die van informeren, de invloed van ouderen zeer laag is en die van de beleidsmakers heel groot. Op de vijfde en hoogste trede ligt de regie volledig bij de ouderen.’ Deze en vele andere tools zullen onderdeel zijn van het eindrapport bij dit project, dat voorjaar 2026 verschijnt.
Allemaal tegelijk oud
Onder de noemer Previde werkt de GGD Flevoland onder de vlag van BeterOud aan het landelijk beschikbaar maken van een methodiek. Daarmee kunnen gemeenten hun lokale preventielandschap in kaart brengen. ‘We helpen gemeenten die soms door de bomen het bos niet meer zien door de versnippering van het preventieaanbod’, vertelt gezondheidsbevorderaar Suzan Willemsen. ‘In een proeftuin hebben we de methodiek ontwikkeld, samen met zes gemeenten en aanbieders van preventieprogramma’s.’ Dat deze proeftuin in Flevoland plaatsvond, is geen toeval. De vergrijzing is hier in vergelijking met de rest van het land extra groot: ‘In de jaren negentig kwamen heel veel jonge gezinnen naar Zeewolde en Almere. Die worden allemaal tegelijk oud. Over vijftien jaar zijn hier drie keer zoveel tachtigplussers als nu. In de proeftuin in Almere hebben we het thema eenzaamheid opgepakt.’ De methodiek werkt in vier stappen toe naar een infrastructuur waardoor vaker bewezen effectieve aanpakken ingezet worden die bovendien beter aansluiten bij wat de ouderen zelf willen.
Puzzelstukken in elkaar passen
Willemsen legt uit: ‘Je kunt het zien als vier puzzelstukken die in elkaar gaan passen. Om te beginnen breng je de risicofactoren in kaart. Welke zijn het en in hoeverre doen die zich in de wijken en buurten? Vervolgens ga je kijken wat er al aan interventies aangeboden wordt en wat er aan bewijs is dat dit ook echt bijdraagt aan preventie van, in het geval van Almere, eenzaamheid.’ De derde stap is om met de aanbieders na te gaan wat ze precies doen, wat ze zouden willen doen en ook wat passend is qua bewezen effectiviteit en qua wensen van de ouderen zelf. Zij komen in de vierde stap van de methodiek aan de beurt. In de proeftuinen zijn ze geïnterviewd en vervolgens ‘gevangen’ in een aantal profielen, ofwel persona’s. Deze kunnen helpen bij beleids- en interventiekeuzes.
Mentaal en fysiek in beweging
Sociaal Vitaal in Kleur bestaat sinds 2023 en is opgenomen in de databank met effectieve interventies. De interventie is voortgekomen uit Sociaal Vitaal, vertelt Jeanny Vreeswijk Manusiwa, directeur/bestuurder van SOMNL (Samen voor Ouderen met een Migratieachtergrond in NederLand). ‘Dat is ontstaan in de krimpgebieden in het noorden van het land, om de ouderen mentaal en fysiek in beweging te houden. Wij hebben dat geadopteerd. Wij richten ons op mensen vanaf 55 jaar met diverse culturele achtergronden. Bewust vanaf zo jong, omdat we weten dat in sommige gemeenschappen dementie en andere chronische aandoeningen al op jonge leeftijd veel voorkomen. De gezondheidsverschillen nemen alleen maar toe. Bovendien is er onder ouderen met een migratieachtergrond ook veel eenzaamheid. Het heersende beeld van mensen met een migratieachtergrond die in het ziekenhuis liggen en dat er dan continu tien bezoekers bij zijn, dat klopt echt niet.’
Bijgesteld beeld
Dankzij het partnerschap van BeterOud kan Sociaal Vitaal in Kleur verder ontwikkeld worden, en dat gebeurt door het programma uit te breiden met aandacht voor valpreventie en gezonde voeding. Vreeswijk Manusiwa: ‘We maken bijvoorbeeld filmpjes met oefeningen die ouderen thuis kunnen doen om te voorkomen dat ze vallen. Over gezonde voeding hebben we in samenwerking met de Hogeschool Utrecht een lesprogramma op maat gemaakt. En in samenwerking met het Voedingscentrum hebben we een kleurrijke schijf van vijf gemaakt.’ Een van de belangrijkste effecten van deze interventie hoort Vreeswijk Manusiwa terug van de ouderen zelf: ‘Zij zijn heel blij. Ze merken dat het heersende beeld, dat ze vooral kwetsbaar zouden zijn, wordt bijgesteld. Dat zijn ze natuurlijk niet, want deze mensen hebben hun eigen land verlaten, dat kan je alleen maar doen met veel eigen kracht.’
Op Els!
Hofman had de sprekers vooraf de opdracht gegeven om de sleutelwoorden vitaliteit, preventie en participatie niet alleen in woord, maar ook in daad aandacht te geven. De toehoorders waren dan ook veelvuldig aan de beurt: om een herkenbare sportbeweging te maken of om de huidige en gewenste positie op de participatieladder aan te geven. Of om in gebaren duidelijk te maken wat ze die ochtend ontbeten hadden. ‘Aah, ik zie het: je snijdt met de kaasschaaf een plakje kaas af.’ Deze spiegeloefening gebruiken ze bij Sociaal Vitaal in Kleur geregeld om te ervaren dat je elkaars taal niet hoeft te kennen om elkaar te kunnen begrijpen. En zo kon het ook gebeuren dat de ongeveer 75 verzamelde (ex-)collega’s, andere relaties en naaste vrienden en familie om exact 16.15 uur tot tien telden en vervolgens in plaats van elf te zeggen met een luide ‘Els!’ het glas hieven.